Ik zie regelmatig kinderen bij wie beide ogen nog niet goed samenwerken. Heel vaak zeggen we tegen kinderen wanneer ze aan het lezen of aan het spellen zijn en het verkeerd doen: “Lees eens goed wat er staat”. Het probleem is niet dat een kind niet goed kijkt maar dat een kind het gewoonweg niet ziet. Kijken doe je met je ogen en zien doe je met je hersenen. De ogen kijken en wat ze zien, dat verwerken de hersenen. En daar gaat het vaak verkeerd. Het niet goed samenwerken van de ogen noemen we Fixatie Disparatie.
Kinderen begrijpen er vaak ook niks van want ze kijken echt wel goed, maar zien het anders. Heel vaak laten we ogen testen of de ogen gezond zijn en of ze scherp kunnen zien. Maar we laten niet controleren of ogen wel goed kunnen samen werken en of de informatieverwerking goed verloopt. Om goed te kunnen lezen en leren is een goede samenwerking van de ogen belangrijk. Kinderen met visuele problemen hebben vaak meer moeite met het begrijpen en onthouden van informatie die wordt gepresenteerd in geschreven vorm.
De volgende visuele functies zijn hiervoor belangrijk:
- Fixeren: wanneer niet dit lukt ziet het kind dansende letters
- Scherp stellen: kunnen schakelen tussen boek en werkboek of boek en digibord
- Oog volg bewegingen: om goed te kunnen lezen moeten de ogen een regel in een boek kunnen volgen
- Saccades: van het ene punt naar het andere punt kijken
Wat is Fixatie Disparatie?
Een moeilijk woord voor het niet goed kunnen samenwerken van de ogen noemen we Fixatie Disparatie. Fixeren betekent kijken, disparaat betekent ongelijk.
Twee ogen vangen twee beelden op uit de buitenwereld en sturen die via de oogzenuwen naar de hersenen. De hersenen voegen dit samen tot één beeld: de sensorische fusie.
Als die twee beelden verschoven zijn ten opzichte van elkaar doordat de ogen niet naar precies hetzelfde punt kijken, is er een aanpassing vanuit de hersenen, dit noemen we Fixatie Disparatie. De ogen staan niet stil in de oogkassen, maar bewegen voortdurend. De hersenen moeten de oogspieren zo aansturen dat de beelden op de juiste plek in beide ogen vallen: de motorische fusie.
Welke klachten kan een kind met Fixatie Disparatie ervaren?
Veel van de klachten die een kind kan ervaren met Fixatie Disparatie, lijken op klachten die beelddenkertjes kunnen hebben, maar ook bij kinderen die de diagnose dyslexie krijgen of een lees/taal probleem hebben. Dit kan veel invloed hebben op het zelfvertrouwen van een kind.
Klachten op school
- Slordig handschrift
- Moeite hebben om te kunnen concentreren
- Onrust
- Traag leestempo
- Niet vloeiend hardop lezen
- Lezen niet leuk vinden
- Spellend lezen
- Radend lezen
- Woorden overslaan tijdens het lezen
- Tijdens het lezen een vinger bij de zin houden
- Vermoeid zijn na het lezen
- Spiegelen van cijfers, letters, woorden
- Moeite met begrijpend lezen (hoe langer de zinnen hoe moeilijker)
- Scheef schrijven op een blanco vel papier
- Onregelmatige spaties/ruimtes tussen de geschreven woorden
- Te korte werkafstand (gezicht bijna op het blad)
- Hoofdpijn bij kijken naar een beeldscherm
- Geen ruimtelijk inzicht hebben
- Hoofd scheef of met het hoofd steunen op een hand tijdens het schoolwerk
- Evenwichtsproblemen
- Problemen met de oog-handcoördinatie
- Tijdens balsporten kan een kind niet goed inschatten op welke plek in de ruimte een bal aankomt
Kinderen met Fixatie Disparatie kunnen alleen met overmatige inspanning een scherp of stilstaand beeld zien. In de ochtend, als ze nog fris zijn, gaat het schoolwerk nog wel, maar naarmate de dag vordert wordt dat steeds lastiger.
Hoe weten we of een kind Fixatie Disparatie heeft?
Of een kind Fixatie Disparatie heeft, kunnen we testen met een bioptor. Een bioptor is een meetinstrument waarmee een visuele screening gedaan kan worden. Aan de hand van testvragen en oefeningen kan gesignaleerd worden of de ogen wel of niet goed samenwerken. De bioptor is juist handig om kinderen te screenen waarbij je als ouder of de juf/meester het gevoel hebt dat er iets niet pluis is. Bij een negatieve uitslag volgt er een doorverwijzing naar een functioneel optometrist. Belangrijk is om eerst uit te sluiten of de oogsamenwerking in orde is, voordat je je kind een dyslexie onderzoek laat doen.
Een visuele screening heeft een aantal voordelen:
- Je kunt een visuele screening eerder afnemen dan een dyslexie onderzoek.
- Een visuele screening kan al vanaf 7 jaar worden uitgevoerd.
- Een visuele screening is minder belastend voor een kind dan een dyslexie onderzoek.
- Je hoeft niet lang te wachten voor een visuele screening
- Een visuele screening is veel goedkoper.
Het grote verschil tussen dyslexie en Fixatie Disparatie is eigenlijk dat Fixatie Disparatie relatief eenvoudig te behandelen is. Een visuele training kan bij veel kinderen ervoor zorgen dat ze weer mee kunnen komen, niet uitgeput uit school vandaan thuis komen en minder hoeven compenseren. Het oefenen van de oogsamenwerking en de primaire reflexen hebben veel met elkaar te maken en daarom is de combinatie van beiden het meest ideaal. Als blijkt dat de 3 belangrijkste primaire reflexen voor de oogsamenwerking nog niet geïntegreerd zijn, is reflexintegratie de juiste weg. Nadat de primaire reflexen geïntegreerd zijn, kan er aanvullend visuele training gedaan worden.