Door middel van visuele screening is eenvoudig te testen wat en hoe sterk het verband is tussen visuele disfunctie en leerproblemen. Een visuele screening wordt afgenomen met een bioptor. Dit is een meetinstrument dat de ogen ‘veraf’ en ‘dichtbij’ test, waardoor er geconstateerd wordt of de ogen goed met elkaar samenwerken. Daarnaast geeft het informatie over hoe de visuele informatieverwerking verloopt.
Waar let ik op bij de visuele screening?
Voor de visuele screening met de bioptor kom ik net als voor reflexintegratie, aan huis. Dit onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Thuis is je kind het meest ontspannen en voelt het zich het meest veilig. Tijdens de visuele screening, kijk ik naar de volgende dingen:
Waar let ik op | Omschrijving |
---|---|
De oogsamenwerking | Als de oogsamenwerking niet goed is, schuiven de beelden van het rechter en linker oog niet goed over elkaar heen. De hersenen nemen de twee beelden niet goed als een stabiel beeld waar. Het beeld gaat bewegen en kan wazig worden, er ontstaat een “smaller” beeld. Dit wordt Fixatie Disparatie genoemd. |
De oogbeweging | Elk oog heeft zes uitwendige spieren, die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen kan bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie. De oogspieren worden aangestuurd vanuit de hersenen door drie verschillende hersenzenuwen |
Het accommoderen | Accommodatie is het vermogen van het oog om de gezichtsscherpte te focusseren op objecten die zich op verschillende afstanden bevinden |
Het convergeren | Wanneer we op korte afstand naar een voorwerp kijken, richten onze beide ogen zich richting de neus om dit voorwerp niet dubbel te zien. Het kunnen convergeren is belangrijk voor activiteiten op korte afstand zoals lezen, schrijven, werken op de computer en handwerken |
Het divergeren | Dit is het gelijktijdig naar buiten richten van beide ogen om een voorwerp te bekijken dat zich verder weg bevindt |
Diepte zien | Diepte zien betekent dat je kunt zien welke dingen dichtbij staan en welke verder weg. Dat kan alleen als je met twee ogen kijkt, want met één oog dicht lukt dat niet |
Oogdominantie | Met je ene oog kijk je net iets meer dan met je andere oog. Dit is je dominante oog. Het dominante oog is vaak sterker dan het andere oog |
De visuele/motorische verwerking | Het gaat om het verwerken in de hersenen van wat de ogen zien, maar ook om het aansturen van bewegingen vanuit de hersenen |
Kleurenblindheid | Iemand die kleurenblind is kan sommige kleuren niet goed zien of ziet helemaal geen kleuren. Als iemand bepaalde kleuren niet goed ziet noemen we dat onvolledige kleurenblindheid. Er zijn verschillende soorten kleurenblindheid. Rood-groen kleurenblindheid komt het vaakst voor. Dan ziet iemand weinig of geen verschil tussen rode en groene tinten |
De 3 belangrijkste primaire reflexen voor de oogsamenwerking | Ik kijk naar de volgende primaire reflexen: TLR, ATNR en STNR |
Welke testen doe ik bij de visuele screening?
Tijdens de visuele screening kijkt je kind door de bioptor en laat ik verschillende testkaarten zien. Bij elke testkaart stel ik een vraag. Het antwoord van je kind, geeft mij inzicht in het functioneren van de ogen op afstand en dichtbij.
Een ander onderdeel van de visuele screening is de Van Orden Star test(VO test) en de Cheiroscopische overtrektest. Bij deze 2 testen kijkt je kind door de bioptor en tekent het met beide handen bepaalde vormen en een lijnenpatroon. De uitslag van de screening word met jullie besproken en ik schrijf ook een verslag.
Als de uitslag van de testen afwijkend is, verwijs ik door naar een functioneel optometrist.
Wat als de ogen van je kind niet goed blijken samen te werken?
Blijkt na de visuele screening dat de ogen van je kind niet goed samenwerken, kunnen we een oogtrainingsprogramma starten. Dit traject duurt ongeveer 10 weken. Elke week krijgt je kind nieuwe oefeningen van mij. Na ongeveer 5 weken trainen, doe ik opnieuw een visuele screening met de bioptor. Gaat je kind na die periode vooruit, blijven we de oefeningen doen. Is er geen vooruitgang, verwijs ik alsnog door naar een functioneel optometrist. Alleen oogtraining is vaak niet voldoende. Dit omdat een kind met alleen oogtraining na verloop van tijd toch weer terug kan vallen. Voor je kind is de combinatie van reflexintegratie en oogtraining het meest ideaal. De visuele screening van de ogen doe ik dan elke 8 weken. Als de primaire reflexen geïntegreerd zijn, kunnen we de oogtraining starten.